Gespreksverslag aan de hand van een gesprek met groep 6-7-8 van basisschool de Kruidenhoek.

Startvraag: “Kun je toch denken zonder je zintuigen te gebruiken?”

Boula: Als je blind bent zul je je eerder afvragen hoe het eruit ziet. Juist als je geen zintuigen hebt ga je meer denken wie of wat het is en waar je bent. Met zintuigen kan je alles zien en kan je ook vragen daarover stellen. Je hebt een voorstelling van hoe iets eruit ziet, hoe iets klinkt enzo.

Gavin: Als je nooit iets hebt gezien dan ga je er juist meer over nadenken. Je wilt toch weten wat het is en dat het bestaat.

Michelle: Je denkt altijd wel ergens aan. Zonder je zintuigen te gebruiken denk je minder, omdat je niet observeert. Je kunt je bijvoorbeeld wel afvragen als je aan het eten bent: “wat eet je?”(want je proeft het ook niet). Je kunt ook binnen in jezelf observeren. Je kunt vragen stellen over jezelf.

Koen: Stel, je hebt nog nooit van een kerk gehoord. Hoe kan je dan weten wat het is?

Boula: Je gaat fantaseren en denken hoe het eruit ziet.

Annelot: Als je geen zintuig hebt dan kan je ook niets horen. Hoe kun je dan op het woord kerk komen?

Boula: Je hoeft geen zintuigen te hebben om te kunnen denken.

Docent: Kun je weten wat iets zonder je zintuigen te gebruiken?

Leon: Je kunt wel denken over wat een kerk is.

Koen: Over wat denk je dan als je niet weet wat een kerk is?

Ragna: Zonder zintuigen kun je niet weten wat wat is.

Docent: Heb je je zintuigen nodig om te weten wat iets is?

Annika: Als je bij je geboorte geen zintuigen hebt, dan weet je eigenlijk niet wat iets is.

Dino: Als je geen zintuigen hebt kun je niet nadenken en je ook geen voorstelling van iets maken. In de loop van de jaren kun je je eigen voorstelling maken van hoe iets eruit ziet.

Docent: Kunnen mensen met zintuigen dan begrijpen wat mensen zonder zintuigen bedoelen?

Leon: Of je nou zintuigen hebt of niet, je denkt altijd.

Boula: je kunt toch ook je eigen taal bedenken?